Schetsen
Als schilder is er voor mij een duidelijk verschil in aanpak tussen de ‘snelle’ schets en de modeltekening. Het snelle schetswerk staat bij mij vooral in dienst van het schilderen, het is een ideale techniek om even in een paar lijnen een houding of compositie vast te leggen die ik later in een schilderij zou kunnen gebruiken, waar de modeltekening een uitgewerkte studie is naar anatomie, toon en plasticiteit. De foto’s hierboven laten dit verschil in uitvoering ook duidelijk zien, ik maak bij de anatomiestudie gebruik van een arcerende techniek, dit houd in dat ik de tekening langzaam vorm geef door lijnen diagonaal over elkaar heen te zetten. Het is een erg bewerkelijke techniek die mij in staat stelt om zelfs kleine nuances in toon weer te geven.
De afgelopen weken heb ik les gehad van Jan van der Kooi, een meester in de snelle schets en een gepassioneerde leraar. Tijdens deze lessen hanteerde ik een andere techniek dan de arcerende, het model word hier snel in lijnen opgezet en toonwaarden worden gemaakt door het krijt met mijn vingers in het papier te boenen. De schetsen hierboven laten ook duidelijk zien dat de er een duidelijk verschil zit in detaillering, iets waar ik bij mijn keuze voor techniek rekening mee houd.
(Hierboven een gearceerde modelstudie in conté en drie snelle schetsen van Nicy in krijt.)
